maandag 26 december 2011

1 Petrus 2:24 - Geboren zodat wij leven

HSVSV
Die Zelf onze zonden in Zijn lichaam gedragen heeft op het hout, opdat wij, voor de zonden dood, voor de gerechtigheid zouden leven. Door Zijn striemen bent u genezen. Die Zelf onze zonden in Zijn lichaam gedragen heeft op het hout; opdat wij, der zonden afgestorven zijnde, der gerechtigheid leven zouden; door Wiens striemen gij genezen zijt.
andere vertalingen


maandag 19 december 2011

Hebreeën 13:5-6 - Met goede moed de crisis door

HSVSV
Laat uw handelwijze zonder geldzucht zijn. Wees tevreden met wat u hebt, want Hij heeft Zelf gezegd: Ik zal u beslist niet loslaten en Ik zal u beslist niet verlaten. Daarom zeggen wij met goede moed: De Heere is voor mij een Helper en ik zal niet vrezen. Wat zal een mens mij doen? Uw wandel zij zonder geldgierigheid; en zijt vergenoegd met het tegenwoordige; want Hij heeft gezegd: Ik zal u niet begeven, en Ik zal u niet verlaten. Zodat wij vrijmoediglijk durven zeggen: De Heere is mij een Helper, en ik zal niet vrezen, wat mij een mens zal doen.
andere vertalingen


maandag 12 december 2011

Hebreeën 12:1 - Rennen zonder last

HSVSV
Welnu dan, laten ook wij, nu wij door zo'n menigte van getuigen omringd worden, afleggen alle last en de zonde, die ons zo gemakkelijk verstrikt. En laten wij met volharding de wedloop lopen die voor ons ligt Daarom dan ook, alzo wij zo groot een wolk der getuigen rondom ons hebben liggende, laat ons afleggen allen last, en de zonde, die ons lichtelijk omringt, en laat ons met lijdzaamheid lopen de loopbaan, die ons voorgesteld is;
andere vertalingen


maandag 5 december 2011

1 Petrus 5:10 - Vlees en vrees

HSVSV
De God nu van alle genade, Die ons geroepen heeft tot Zijn eeuwige heerlijkheid in Christus Jezus, Hij Zelf moge u – na een korte tijd van lijden – toerusten, bevestigen, versterken en funderen. De God nu aller genade, Die ons geroepen heeft tot Zijn eeuwige heerlijkheid in Christus Jezus, nadat wij een weinig tijds zullen geleden hebben, Dezelve volmake, bevestige, versterke, en fondere ulieden.
andere vertalingen


In de eerste brief van Petrus die je in de Bijbel vindt, schrijft hij over lijden. Lijden vanwege het volgen van Jezus Christus. Ook het vechtvers van deze week gaat over het lijden vanwege Jezus' naam. Dat lijden kan bijvoorbeeld door discriminatie, gevangenschap, mishandeling, maar ook door duivelse aanvallen. Aanvallen in je omstandigheden of in je eigen gedachten. De duivel gaat rond als een brullende leeuw, op zoek naar wie hij zou kunnen verslinden vertelt Petrus in vers 8 van hoofdstuk 5.


Bonhoeffer schrijft in Verzoeking over lijden onder andere: "De duivel is in Gods orde ingebroken en heeft het lijden veroorzaakt [...]. Maar voor God erkent ook de christen zijn lijden als oordeel over de zonde van alle vlees, die ook in zijn vlees woont. Hij kent zijn zonde en belijdt zich schuldig."
Wonderlijk, maar misschien ook begrijpelijk als we ons leven vergelijken met de ontzagwekkende, heilige Eeuwige?


Bonhoeffer schrijft verder: Het gericht over het vlees, dat is de dood van de oude mens, is immers slechts de naar de wereld toegekeerde zijde van het leven van de nieuwe mens. Daarom zegt men nu: (1 Petrus 4:1) wie in het vlees geleden heeft, is opgehouden met de zonde. Dus moet alle lijden de christen in plaats van tot afval tot versterking van zijn geloof brengen. Terwijl het vlees het lijden schuwt en verwerpt, herkent de christen zijn lijden als het lijden van Christus in hem. Want ook onze krankheden heeft Hij gedragen en onze smarten heeft Hij op zich genomen."


Het bemoedigende is dat God mogelijk hier op aarde het lijden al voorbij laat gaat gaan, maar nog meer bemoedigend – en zelfs zeker – is, dat God na het lijden eeuwige heerlijkheid in Christus geeft.


dinsdag 29 november 2011

1 Korinthe 10:23-24 - Voordeeltjes voor een ander

HSVSV
Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar niet alle dingen zijn nuttig. Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar niet alle dingen bouwen op. Laat niemand zijn eigen voordeel zoeken, maar ieder dat van de ander. Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar alle dingen zijn niet oorbaar; alle dingen zijn mij geoorloofd, maar alle dingen stichten niet. Niemand zoeke dat zijns zelfs is; maar een iegelijk zoeke dat des anderen is.
andere vertalingen


maandag 21 november 2011

1 Korinthe 10:13 - Verzoeking aankunnen

HSVSV
Meer dan een menselijke verzoeking is u niet overkomen. En God is getrouw: Hij zal niet toelaten dat u verzocht wordt boven wat u aankunt, maar Hij zal met de verzoeking ook de uitkomst geven om die te kunnen doorstaan. Ulieden heeft geen verzoeking bevangen dan menselijke; doch God is getrouw, Die u niet zal laten verzocht worden boven hetgeen gij vermoogt; maar Hij zal met de verzoeking ook de uitkomst geven, opdat gij ze kunt verdragen.
andere vertalingen


dinsdag 15 november 2011

Jesaja 30:18 - Onze God wacht

HSV SV
En daarom wacht de HEERE, opdat Hij u genadig zal zijn; en daarom zal Hij Zich verheffen om Zich over u te ontfermen. Voorzeker, de HEERE is een God van recht. Welzalig zijn allen die Hem verwachten. En daarom wacht de HEERE, opdat Hij u genadig zal zijn; en daarom zal Hij Zich verheffen om Zich over u te ontfermen. Voorzeker, de HEERE is een God van recht. Welzalig zijn allen die Hem verwachten.
andere vertalingen


maandag 7 november 2011

Johannes 6:35 - Brood om van te leven

HSV SV
En Jezus zei tegen hen: Ik ben het Brood des levens; wie tot Mij komt, zal beslist geen honger hebben, en wie in Mij gelooft, zal nooit meer dorst hebben. En Jezus zeide tot hen: Ik ben het Brood des levens; die tot Mij komt, zal geenszins hongeren, en die in Mij gelooft, zal nimmermeer dorsten.
andere vertalingen


maandag 31 oktober 2011

Johannes 3:36 - Leven zonder eind

HSV SV
Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven, maar wie de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn van God blijft op hem. Die in den Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven; maar die den Zoon ongehoorzaam is, die zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem.
andere vertalingen

Eeuwig leven begint al op het moment dat we in Jezus Christus gaan geloven.


God, Die rijk is in barmhartigheid, heeft ons door Zijn grote liefde, waarmee Hij ons liefgehad heeft, ook toen wij dood waren door de overtredingen, met Christus levend gemaakt – uit genade bent u zalig geworden – en heeft ons met Hem opgewekt en met Hem in de hemelse gewesten gezet in Christus Jezus (Efeze 2:4-6, HSV)


Ongelovigen zijn onder de toorn van God. Het is voor hen beter dat ze zich bekeren zullen. Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld [...] (vers 18). Wat een prachtig vooruitzicht ligt er voor hen klaar! Hoe mooi zou het zijn als een ongelovige met ons God gaat loven?!


zondag 23 oktober 2011

Psalm 94:14 - Mensen van God (2)

Op meerdere plaatsen in de Bijbel blijkt dat God zorgt voor degenen die bij Hem horen:

De HEER zal zijn volk niet verwerpen omwille van zijn grote naam, want Hij heeft besloten van u zijn volk te maken. (1 Samuel 12:22, WV)

De apostel Paulus schrijft in de brief aan Rome woorden die hierop lijken: Heeft God Zijn volk verstoten? Volstrekt niet! Ik ben immers ook een Israëliet, uit het nageslacht van Abraham, van de stam Benjamin. God heeft Zijn volk, dat Hij van tevoren kende, niet verstoten. [...] (Romeinen 11:1-2a, HSV)

Geldt deze belofte van God dan alleen voor het Israëlische volk? Dat is een interessante vraag. Romeinen 11 zegt het volgende hierover: Ik vraag dan: zij [Israël] zijn toch niet zo gestruikeld, dat zij wel vallen moesten? Volstrekt niet! Door hun val is het heil tot de heidenen gekomen, om hen tot jaloersheid op te wekken. (Rom. 11:11, NBG/SV)

Gods plan is dat zowel Joden als heidenen (wij) deelhebben aan de genade van Jezus Christus. De belofte dat God Zijn volk niet zal verwerpen/in de steek laten lijkt dus te gelden voor Israël. Zou deze belofte gelden voor ons, heidenen?

vrijdag 14 oktober 2011

Psalm 94:14 - Mensen van God (1)

HSV SV
Want de HEERE zal Zijn volk niet in de steek laten, Hij zal Zijn eigendom niet verlaten. Want de HEERE zal Zijn volk niet begeven, en Hij zal Zijn erve niet verlaten.
andere vertalingen

God laat zijn kinderen niet alleen. Dat blijkt uit de vele manieren waarop dit in de Bijbel staat. Denk aan Psalm 91. Of het vechtvers van deze week.


Een aantal woorden in dit Bijbelvers kunnen op verschillende manieren worden vertaald; zo is er bijvoorbeeld al verschil zichtbaar tussen de Statenvertaling en de Herziene Statenvertaling. Hieronder hetzelfde vers in de Naardense vertaling:


Want nooit zal de ENE zijn geméente begéven, zijn érfdeel zal hij níet verláten.


De tekst lijkt op deze manier gelezen te kunnen worden: Want de HEERE zal Zijn volk/gemeente/mensen niet opgeven/wegwerpen/in de steek laten, Hij zal zijn eigendom/erfdeel niet verlaten.


Als je bij Gods mensen hoort dan hoef je niet bang te zijn dat Hij je ooit zal verlaten...!


zondag 2 oktober 2011

Psalm 91:14-16 - Omdat hij erg veel van Mij houdt

HSV SV
Omdat hij liefde voor Mij opgevat heeft, zegt God, zal Ik hem bevrijden; Ik zal hem in een veilige vesting zetten, want hij kent Mijn Naam. Hij zal Mij aanroepen en Ik zal hem verhoren, in de benauwdheid zal Ik bij hem zijn, Ik zal hem eruit helpen en hem verheerlijken. Ik zal hem met lengte van dagen verzadigen, Ik zal hem Mijn heil doen zien. Dewijl hij Mij zeer bemint, spreekt God, zo zal Ik hem uithelpen; Ik zal hem op een hoogte stellen, want hij kent Mijn Naam. Hij zal Mij aanroepen, en Ik zal hem verhoren; in de benauwdheid zal Ik bij hem zijn, Ik zal er hem uittrekken, en zal hem verheerlijken. Ik zal hem met langheid der dagen verzadigen, en Ik zal hem Mijn heil doen zien.
andere vertalingen

Psalm 91 wisselt van gezichtspunt: de dichter laat in de laatste drie verzen van de psalm God als persoon spreken. Alsof niet de dichter aan het woord is, maar God zelf, direct tot de lezer/luisteraar van de psalm. De stem van God hoor je direct spreken tot de persoon die van Hem houdt. Onderzoek in deze verzen eens wat God dan zegt en allemaal voor wil doen! Dat klinkt toch geweldig! Daarvoor kunnen we Hem alleen maar loven! Wat God allemaal doet omdat we van Hem houden!


U die de HEERE liefhebt, haat het kwade. Hij bewaart de ziel van Zijn gunstelingen, Hij redt hen uit de hand van de goddelozen. Licht is gezaaid voor de rechtvaardige en blijdschap voor de oprechten van hart. Rechtvaardigen, verblijd u in de HEERE; loof Hem ter gedachtenis aan Zijn heiligheid. (Psalm 97:10-12)


Het einde van Psalm 91 is een ideaalbeeld van hoe God zijn gelovigen ziet: met liefde voor Hem; gelovigen die Zijn Naam kennen en Hem om hulp vragen (aanroepen). En God geeft heel veel terug. We mogen Hem vertrouwen, we mogen naar Hem toevluchten, bij Hem zijn we veilig. Kortom reden genoeg om de psalmen te volgen in de oproep om God te vertrouwen en ook te loven!


Deze week en de komende zijn bedoeld voor het inprenten van alle vechtverzen van psalm 91.


maandag 26 september 2011

Psalm 91:13 - Trappen in geloof

HSV SV
Op de felle leeuw en de adder zult u trappen, u zult de jonge leeuw en de slang vertrappen. Op den fellen leeuw en de adder zult gij treden, gij zult den jongen leeuw en den draak vertreden.
andere vertalingen

Het vechtvers van deze week is een bemoediging om te overwinnen. De tekst roept ons niet op om zonder angst leeuwenkooien te openen. Hoewel engelen ons beschermen, moeten we ook ons verstand gebruiken.


De leeuw en de adder zijn misschien beelden voor mensen die erop uit zijn om gelovigen te benadelen. (Deut. 32:33) In dat geval hoeven we niet bang te zijn, want volgens deze tekst zullen we die mensen overwinnen.


Of misschien worden in dit vechtvers duivelse influisteringen bedoeld. In dat geval kunnen we deze gedachten overwinnen. Volgens deze belofte en ook volgens Paulus woorden: Want [...] wij voeren geen strijd naar het vlees. De wapens van onze strijd zijn immers niet vleselijk, maar krachtig door God, tot afbraak van bolwerken. Want wij breken valse redeneringen af en elke hoogte die zich verheft tegen de kennis van God, en wij nemen elke gedachte gevangen om die te brengen tot de gehoorzaamheid aan Christus (2 Korinthe 10:3-5)


Leugens hoeven we dus niet te geloven, eindeloze gedachtenspinsels en zorgen mogen we allemaal gevangennemen. Of in de woorden van het vechtvers er op trappen, ofwel brengen bij onze Heere Jezus Christus.


Matthew Henry haalt in zijn Bijbelverklaring de Romeinen-brief aan; hij noemt het vechtvers een belofte waar de apostel Paulus misschien naar verwees: En de God van de vrede zal de satan spoedig onder uw voeten verpletteren. De genade van onze Heere Jezus Christus zij met u. (Romeinen 16:20, HSV)


Omdat Jezus Christus de kop van de slang (de satan) heeft vermorzeld, hebben we een goed voorbeeld om deze tekst ook uit te voeren wanneer het nodig is. En hoeven we ook niet bang te zijn dat we zullen verliezen. Hij heeft al overwonnen!


maandag 19 september 2011

Psalm 91:11-12 - Beschermd door engelen

HSV SV
Want Hij zal voor u Zijn engelen bevel geven dat zij u bewaren op al uw wegen. Zij zullen u op de handen dragen, zodat u uw voet aan geen steen stoot. Want Hij zal Zijn engelen van u bevelen, dat zij u bewaren in al uw wegen. Zij zullen u op de handen dragen, opdat gij uw voet aan geen steen stoot.
andere vertalingen

Wij hebben geen beschermengel. We hebben er vele. Zoals de Heere Jezus Christus engelen bij zich kreeg toen hij verzocht was geweest (Mattheus 4:11), zo zorgt God er voor dat wij beschermd worden door Gods engelen. Goddank, want dat heeft waarschijnlijk veel verdriet of pijn voorkomen.


Dat we beschermd worden betekent niet dat we onvoorzichtig moeten leven. Zowel in het dagelijks leven dienen we voorzichtig met ons zelf te zijn, als geestelijk gezien. Hoe ver ga je daar in? Geestelijk gezien moet je de zonde voorkomen:

  • Leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze.
    (Mattheus 6:13, HSV)
  • Daarom, wie meent te staan, moet oppassen dat hij niet valt.
    (1 Korinthe 10:12, WV)


zondag 11 september 2011

Psalm 91:9-10 - Een thuis en toevlucht

HSV SV
Want U, HEERE, bent mijn toevlucht. De Allerhoogste hebt u tot uw woning gemaakt. Geen onheil zal u overkomen, geen plaag zal uw tent naderen. Want Gij, HEERE! zijt mijn Toevlucht! Den Allerhoogste hebt gij gesteld tot uw Vertrek; U zal geen kwaad wedervaren, en geen plaag zal uw tent naderen.
andere vertalingen

De dichter van Psalm 91 noemt opnieuw God zijn toevlucht. Eerder in vers 2 schreef hij: Ik zeg tegen de HEERE: Mijn toevlucht en mijn burcht. In dit vechtvers spreekt de dichter zichzelf toe, en misschien ook ons; als we geloven kunnen we dit hem nazeggen. Want wie schuilt bij de Allerhoogste, is veilig bij Hem; dat staat in deze zelfde psalm.


De dichter spreekt zichzelf toe: "de Allerhoogste heb je tot je woning gemaakt. Bij Hem ben je gewoonweg thuis. En dan zal onheil of plaag me niet overkomen". De kanttekeningen van de ESV noemen hiervan een voorbeeld uit Genesis 12.


In zijn Bijbelverklaring schrijft Matthew Henry bemoedigende woorden: "Het is onze plicht om thuis te zijn in God, Hem te verkiezen en dan in Hem als een Woning te leven. Wij zullen voor Hem even welkom zijn als een man in zijn woning."


Welkom thuis!


dinsdag 6 september 2011

Psalm 91:7-8 - Zien en toch geloven

HSV SV
Al zullen er duizend vallen aan uw zijde en tienduizend aan uw rechterhand - bij u zal het onheil niet komen. Slechts met uw ogen zult u het aanschouwen, u zult de vergelding aan de goddelozen zien. Aan uw zijden zullen er duizend vallen, en tien duizend aan uw rechterhand; tot u zal het niet genaken. Alleenlijk zult gij het met uw ogen aanschouwen; en gij zult de vergelding der goddelozen zien.
andere vertalingen

De Bijbel is waar. Dat bevestigt God zelf. In het Bijbelboek Psalmen bijvoorbeeld, maar ook in de woorden van Jezus uit Mattheus:

Uw woord is volkomen betrouwbaar (Psalm 119:160a, NBV)

Uw woord is de waarheid (Mattheus 17:17b)

Dit is misschien wel belangrijk om in gedachten te houden bij het lezen van Psalm 91. Is het echt waar dat God altijd een toevlucht is? Dat bij Hem een veilige schuilplaats is? En wat te denken van de vechtverzen van deze week? Deze psalm lijkt misschien tegen de werkelijkheid in te gaan. Gelovigen ervaren tenslotte ook gevaar en narigheid. De apostel Paulus is er een goed voorbeeld van. Denk ook aan vervolgde christenen. Kennen ze deze psalm? Waarom dan al gevaar en ongemak?

Het kan zijn dat al het onheil alleen bestemd is voor de goddelozen. En dan voor zowel heidenen als Israëlieten. In zulke gevallen mag een gelovige zeker zijn van Gods bescherming (kanttekeningen ESV).

Ook al ervaart een ware christen onheil en rampspoed, God zorgt voor uitkomst. Een gelovige hoeft niet angstig te zijn voor de dood. We hoeven niet onder een juk van zwaarmoedigheid naar de grond te kijken vanwege de dreiging van oorlog of dood. Matthew Henry refereert hier aan Hebreeen 2:15

allen te verlossen die door angst voor de dood gedurende heel hun leven aan slavernij onderworpen waren. 

We mogen in alles op God ons vertrouwen stellen, ook al lijkt God of de Bijbel soms niet te begrijpen.


zaterdag 27 augustus 2011

Psalm 91:1-6 - Hoge bescherming

Deze week een beetje "time-out": geen nieuwe vechtverzen dus. En daarom meer gelegenheid om de verzen van de afgelopen weken te herhalen, of om door te gaan met de verzen in Psalm 91: de complete psalm staat gepland voor de komende weken.

Tips om te leren:
  • Begin met gebed; vraag of God wil helpen bij het leren. Hij helpt bij wat je moeilijk vindt.
  • Leer de verzen hardop; begin met een gedeelte, en neem er elke keer een stukje bij.
    Lees bijvoorbeeld 10x hardop en probeer het daarna 10x uit het hoofd te herhalen (met spieken als het nodig is).
  • Schrijf de verzen op. En nog een keer. En nog een keer, enz. Lees de opgeschreven verzen na iedere keer hardop voor. Leer ook de vindplaats: bijvoorbeeld Efeze 4:29.
  • Vind een manier om vechtverzen goed te leren; leer bijvoorbeeld op een manier die het beste bij je past (met bijvoorbeeld uittekenen of uitbeelden of zingen of...) Leren kan op verschillende manieren. Hierover is veel te vinden op internet.
  • Engelstalige tips (misschien al op Twitter gelezen).
Psalm 91 is de moeite van het leren waard; net als alle andere teksten in de Bijbel overigens...
Onze God geeft ons een enorme bescherming. Goed om te beseffen en om door te vertellen!


zaterdag 20 augustus 2011

Psalm 91:4-6 - Veilige vleugels van God

HSV SV
Hij zal u beschutten met Zijn vlerken, onder Zijn vleugels zult u de toevlucht nemen, Zijn trouw is een schild en een pantser. U zult niet vrezen voor het beangstigende van de nacht, voor de pijl die overdag aan komt vliegen, voor de pest, die in het donker rondgaat, voor het verderf dat midden op de dag verwoest. Hij zal u dekken met Zijn vlerken, en onder Zijn vleugelen zult gij betrouwen; Zijn waarheid is een rondas en beukelaar. Gij zult niet vrezen voor den schrik des nachts, voor den pijl, die des daags vliegt; Voor de pestilentie, die in de donkerheid wandelt, voor het verderf, dat op den middag verwoest.
andere vertalingen

God beschermt de gelovigen. In sommige Bijbelvertalingen staat boven Psalm 91 een tekst geschreven als "God is een toevlucht", "Mijn toevlucht en mijn burcht". In de psalm wordt God omschreven als een veilige plek. Een plek om naar toe te vluchten in geval van nood.

Daarbij noemt de dichter van deze psalm allerlei voorbeelden en vergelijkingen van soorten narigheid: de strik van de vogelvanger (vers 3), de pijl die overdag aan komt vliegen, de pest die in het donker rondgaat en het verderf dat midden op de dag verwoest. Blijkbaar ontkomt de gelovige niet aan narigheid.

Met de strik van de vogelvanger worden waarschijnlijk de plannen bedoeld van mensen die christenen haten. De schrik des nachts verwijst naar de angst die een mens kan hebben wanneer het donker en/of onveilig is. De overige gevaren en narigheid die genoemd worden wijzen erop dat een gelovige dezelfde dingen kan meemaken als een niet gelovige. Het verschil is dat wij weten dat we op God mogen vertrouwen.

Het kan zijn dat God door deze omstandigheden:
  • ons beproeft
  • of ons iets wil leren
  • of iets wil laten gebeuren vanwege Zijn eer (wat wij (nog) niet kunnen begrijpen)
Laten we God danken dat Hij ons wil veiligheid biedt! En laten we op God zien in geval van gevaar of narigheid.


maandag 15 augustus 2011

Psalm 91:1-3 - Veilig bij God

HSV SV
Wie in de schuilplaats van de Allerhoogste is gezeten, zal overnachten in de schaduw van de Almachtige. Ik zeg tegen de HEERE: Mijn toevlucht en mijn burcht, mijn God, op Wie ik vertrouw! Want Híj zal u redden van de strik van de vogelvanger, van de zeer verderfelijke pest. Die in de schuilplaats des Allerhoogsten is gezeten, die zal vernachten in de schaduw des Almachtigen. Ik zal tot den HEERE zeggen: Mijn Toevlucht en mijn Burg! mijn God, op Welken ik vertrouw! Want Hij zal u redden van den strik des vogelvangers, van de zeer verderfelijke pestilentie.
andere vertalingen

Psalm 91 beschrijft het vertrouwen dat de gelovige mag hebben ten tijde van alle soorten gevaar en uitdagingen. De psalm is zelfs een bevelschrift van God zelf: wees thuis bij God, keert tot Hem terug en vindt rust in Hem. God zelf spreekt door de woorden van de psalm tot de gelovigen.

De psalmdichter spreekt zich persoonlijk al uit in vers 2: Ik zal zeggen tegen de HEERE: Mijn toevlucht en mijn burcht, mijn God op Wie ik vertrouw!

In de eerste twee verzen komen al een aantal woorden naar voren waaruit blijkt dat bij God veiligheid is: schuilplaats, schaduw, toevlucht, burcht. Ook de namen van God die worden gebruikt onderstrepen dit: Allerhoogste en Almachtige.

Kortom: het begin van deze psalm is meteen al een bemoediging voor de dichter en voor anderen die de psalm lezen. De dichter roept in feite op om ook te vertrouwen op God. Laten we daarom schuilen bij Hem en Hem altijd vertrouwen.

bronnen: Bijbelverklaring Matthew Henry, kanttekeningen ESV


maandag 8 augustus 2011

Filippenzen 4:13,19 - God geeft genoeg

HSV SV
Alle dingen zijn mij mogelijk door Christus, Die mij kracht geeft.
[...]
Maar mijn God zal u, overeenkomstig Zijn rijkdom, voorzien van alles wat u nodig hebt, in heerlijkheid, door Christus Jezus.
Ik vermag alle dingen door Christus, Die mij kracht geeft.
[...]
Doch mijn God zal naar Zijn rijkdom vervullen al uw nooddruft, in heerlijkheid, door Christus Jezus.
andere vertalingen

Onze God zegent niet elke activiteit die wij ondernemen. Het is belangrijk om een tekst in zijn verband te lezen; vers 13 geeft aan dat de gelovige elke situatie kan dragen, of hij nu arm of rijk is. De Willibrordvertaling geeft aan:

Ik ben volledig ingewijd. Ik kan volop eten en ik kan honger lijden, ik kan in overvloed leven en ik kan armoede lijden. (Filippenzen 4:12b, WV95)

Daarna volgt het eerste vechtvers van deze week: Ik vermag... etc.

Corrie ten Boom schrijft in Iedere dag nieuw een kort gebed bij het Bijbelgedeelte Filippenzen 4:11-13: Heer, wilt u ons helpen om ons denken op U gericht te houden. Dan accepteren wij zowel armoede als overvloed, in Uw kracht.

Laten we onze blik op Christus gericht houden, dan voorziet Hij ons van alles wat we nodig hebben. Schep vreugde in de HEERE, dan zal Hij u geven wat uw hart verlangt. (Psalm 37:4, HSV)


zaterdag 30 juli 2011

2 Korinthe 5:5 - Gave(n) voor nieuw lichaam

HSV SV
Hij nu Die ons hiervoor heeft toegerust, is God, Die ons ook het onderpand van de Geest gegeven heeft. Die ons nu tot ditzelfde bereid heeft, is God, Die ons ook het onderpand des Geestes gegeven heeft.
andere vertalingen

Wanneer we in Jezus Christus geloven heeft God ons een bewijs gegeven dat wij een eeuwig lichaam krijgen na onze dood. Dat klinkt als theorie, maar de Bijbel is Gods Woord, dus wat Paulus lang geleden schreef, klopt.
Het bewijs krijgen we van God, de schepper van het heelal, ongelooflijk toch? Hij woont in ons...! En na dit leven blijven we leven...

Het onderpand, Gods Geest, is een voorschot op wat we nog meer krijgen zullen. We hebben nu al onze verlossing van zonden gekregen. En misschien heeft God ons wel van banden bevrijd. Zodat we vrij zijn van zonden die ons blijven achtervolgen. Het onderpand is voor ons een garantie dat we meer zullen krijgen. We hebben tenslotte een "erfenis" in de hemel, de plaats met de vele woningen.

In het huis mijns Vaders zijn vele woningen – anders zou Ik het u gezegd hebben – want Ik ga heen om u plaats te bereiden (Johannes 14:2, NBG51)

Als we leven met de wetenschap dat we al een gedeelte van de eeuwige erfenis hebben, moeten we de Gever van het onderpand niet teleurstellen door somber te leven. Want wat hebben we een prachtig vooruitzicht: dichtbij onze Heere Jezus, een nieuw lichaam, groot geluk. Laten we daarom in blijheid leven vanuit de gaven van dit onderpand: de vrucht van de Geest.


maandag 11 juli 2011

Psalm 16: 11 - Blijdschap en liefde

HSV SV
U maakt mij het pad ten leven bekend; overvloed van blijdschap is bij Uw aangezicht, lieflijkheden zijn in Uw rechterhand, voor altijd. Gij zult mij het pad des levens bekend maken; verzadiging der vreugde is bij Uw aangezicht; liefelijkheden zijn in Uw rechterhand, eeuwiglijk.
andere vertalingen

De Bijbel spreekt vaker over het pad des levens:

Wie het onderricht ter harte neemt is op weg naar het leven, maar wie een vermaning verwerpt dwaalt af. (Spreuken 10:17, WV)
(Meer hierover in het artikel Spreuken 6:22-23 – Wettig leven met Christus)


De Bijbel lezen helpt bij het wandelen met God, Hij maakt vertrouwd met het pad naar het leven. Zonder God is leven een stuk moeilijker. Al lijkt het van niet. Onze uiteindelijke bestemming geeft in ieder geval een overvloed van blijdschap. Die blijdschap begint in dit leven en gaat door tot in het leven hierna. In Gods aanwezigheid, bij Zijn aangezicht, is overvloedige vreugde. Daarom is het goed om God te kennen.

Voor altijd zijn er in Gods rechterhand - een sterke en bekwame hand - lieflijkheden, groot geluk. Wat kunnen we al blij zijn met Hem. Wat zullen we straks blij zijn met Hem! Kun je het bevatten? God alle eer voor Zijn liefde!


vrijdag 8 juli 2011

Psalm 9:10-11 - Veilige toevlucht (2)

Gods naam kennen, op Hem vertrouwen en Hem zoeken zijn prachtige, vrome idealen. Daarvoor heeft ieder mens Gods Heilige Geest nodig. Bijbelverklaarder Matthew Henry schrijft: "Hoe beter God wordt gekend, des temeer wordt Hij vertrouwd." Jezus zelf zegt over het kennen van God:

Als u Mij gekend had, zou u ook Mijn Vader gekend hebben; en van nu af kent u Hem en hebt u Hem gezien. Filippus zei tegen Hem: Heere, laat ons de Vader zien en het is ons genoeg. Jezus zei tegen hem: Ben Ik zo'n lange tijd bij u, en kent u Mij niet, Filippus? Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien; en hoe kunt u dan zeggen: Laat ons de Vader zien? (Johannes 14:7-9, HSV)

Dat vraagt geloof (=vertrouwen) in God. "Gij gelooft in God, gelooft ook in Mij" zegt Jezus in Johannes 14 (vers 1b, NBG51). We mogen geloven als een kind en op Hem vertrouwen.

Een vaste burcht is onze God,
een toevlucht voor de zijnen
(gedeelte uit "Een vaste Burcht" n.a.v. Psalm 46, Maarten Luther)


zondag 3 juli 2011

Psalm 9:10-11 - Veilige toevlucht

HSV SV
De HEERE is een veilige vesting voor de verdrukte, een veilige vesting in tijden van benauwdheid. Wie Uw Naam kennen, zullen op U vertrouwen, omdat U, HEERE, niet hebt verlaten wie U zoeken. En de HEERE zal een Hoog Vertrek zijn voor den verdrukte, een Hoog Vertrek in tijden van benauwdheid. En die Uw Naam kennen, zullen op U vertrouwen, omdat Gij, HEERE, niet hebt verlaten degenen, die U zoeken.
andere vertalingen

Bij God is veiligheid. Dat blijkt op meerdere plekken in de Bijbel:

Hij is een schild voor allen die tot Hem de toevlucht nemen (2 Samuel 22:31b)

God is ons een toevlucht en vesting. [...] de God van Jakob is voor ons een veilige vesting. (Psalm 46:2 en 8, HSV)

Ik zeg tegen de HEERE: Mijn toevlucht en mijn burcht, mijn God, op Wie ik vertrouw! (Psalm 91:2, HSV)

De Naam van de HEERE is een sterke toren,een rechtvaardige snelt daarheen en wordt in een veilige vesting gezet. (Meer hierover in het artikel Spreuken 17:22 en 18:10 – Torenhoge veiligheid)

De schrijver van Psalm 9, David, dankt God met zijn hele hart en wil de wonderen vertellen die God heeft gedaan. Davids vijanden zijn namelijk "teruggedeinsd" en "gestruikeld", naties zijn door God bestraft zo vertelt hij. Daarom blijkt maar weer, zo lijkt David te willen zeggen, dat Gods trouw groot is; bij God is veiligheid.

Veilig in Jezus' armen,
vrij bij mijn Heer en Borg,
vrij van 't gewoel der wereld,
vrij van verdriet en zorg
(gedeelte uit "Veilig in Jezus' armen", bundel Joh. de Heer 523)


zondag 26 juni 2011

Galaten 5:25 - Wandelen door de Geest

HSV SV
Als wij door de Geest leven, laten wij dan ook door de Geest wandelen. Indien wij door den Geest leven, zo laat ons ook door den Geest wandelen.
andere vertalingen

Christenen hebben de Heilige Geest in zich wonen. Hij is daar gekomen toen zij tot geloof kwamen. God zelf schonk hen Zijn Geest:

wij, die eerst in Christus gehoopt hebben. In Welken ook gij zijt, nadat gij het woord der waarheid, namelijk het Evangelie uwer zaligheid gehoord hebt; in Welken gij ook, nadat gij geloofd hebt, zijt verzegeld geworden met den Heiligen Geest der belofte (Efeze 1:12b-13)

Nu hebben we de roeping om als gelovige te leven door Gods Geest: wandelt door de Geest en voldoet niet aan het begeren van het vlees. (Galaten 5:16b, NBG51). We hoeven niet meer slaaf te zijn van ons lichaam en ons vorige leven (Romeinen 6:6). Het beste tegengif hiervoor is, zo vertelt Matthew Henry, is het wandelen in de Geest. Hij verwijst hierbij naar vers 18: Als u echter door de Geest geleid wordt, bent u niet onder de wet.

Henry: "Als u in de richting en de bedoeling geleid wordt door de Geest, dan zal daaruit blijken dat u niet meer onder de wet bent." En dus is er nu geen verdoemenis voor hen die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest. (Romeinen 8:1, HSV)

Verlost en levend met de Heilige Geest. Wat heerlijk is dat! Maar... hoe wandelen we eigenlijk door de Geest? Door om te gaan met God: Wij allen nu, die met onbedekt gezicht de heerlijkheid van de Heere als in een spiegel aanschouwen, worden van gedaante veranderd naar hetzelfde beeld [...] zoals dit door de Geest van de Heere bewerkt wordt. (2 Korinthe 3:18, HSV)

Daarom moeten we belemmeringen uit de weg ruimen en ruimte geven aan de Heilige Geest zodat we door Hem wandelen kunnen. We kunnen zo vervuld raken met Gods Geest zodat we daarvan als het ware overlopen. Jezus riep ooit: Wie in Mij gelooft, zoals de Schrift zegt: Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien. En dit zei Hij over de Geest. (Joh. 7:38-39a)


zaterdag 18 juni 2011

Galaten 5:24 - Wandelen langs Golgotha

HSV SV
Maar wie van Christus zijn, hebben het vlees met zijn hartstochten en begeerten gekruisigd. Maar die van Christus zijn, hebben het vlees gekruist met de bewegingen en begeerlijkheden.
andere vertalingen

Als u door de Heilige Geest geleid wordt, bent u niet onder de wet. De uitingen van een zondig leven ("de werken der wet") zijn heel duidelijk beschreven in Galaten 5. Ze lijken het tegengestelde van de vruchten van de Geest. De Bijbel waarschuwt ervoor, al in het Oude Testament, bijvoorbeeld in de Spreuken. Ook in Psalm 34:

Keer je af van het kwaad en doe het goede; zoek de vrede en jaag die na.
(Psalm 34:15, HSV)

God wil niet dat we zondigen, toch vertelt Jezus Christus ons: U bent al rein vanwege het woord dat Ik tot u gesproken heb (Joh. 15:3, HSV). Het blijft daar niet bij, God snoeit de ranken van de wijnstok. Elke rank die vrucht draagt, reinigt Hij, opdat zij meer vrucht draagt. (vers 2b, HSV)

Laten we door meer vruchten te dragen dus meer vruchten van de Geest zien? Werkt God die vruchten van de Geest vanzelf, of is er actie van onze kant vereist? In dit hoofdstuk van Galaten staat het antwoord:

Maar ik zeg: Wandel door de Geest en u zult zeker de begeerte van het vlees niet volbrengen. (vers 16, HSV)
(NBV: dan bent u niet gericht op uw eigen begeerten.)

Wandelen is een handeling en wandelen is een werkwoord, dat doen we dus zelf. Wandelen door de Geest betekent zowel:
  • de juiste beslissingen nemen en de juiste keuzes maken (actie van ons/menselijk handelen)
  • de kracht daarvoor krijgen (ontvangen van God)
Je kunt soms een moeilijke keuze moeten maken, maar met Gods hulp, lukt die keuze ook. Daarmee krijgen we de kracht voor die keuze; dankzij Zijn Geest. Wandelen met God willen we daarom ook.


We zijn van Christus en dit weten wij toch, dat onze mens met Hem gekruisigd is, opdat het lichaam van de zonde tenietgedaan zou worden en wij niet meer als slaaf de zonde zouden dienen. (Romeinen 6:6, HSV)


Galaten 5:22-23 – Opgesomde vruchten

Een manier om het vechtvers over de vruchten van de Geest in te prenten is beginnen met het leren van de vruchten. Het zijn er negen:
  • als eerste: liefde (vooraan, en daarom belangrijk)
  • de woorden die met vr beginnen: blijdschap=vreugde, vrede, vriendelijkheid
  • de woorden die met een g beginnen: geduld, goedheid, geloof
  • de woorden met met een z beginnen: zachtmoedigheid, zelfbeheersing
Let op: met dit ezelsbruggetje verandert de volgorde van de opsomming. Nu is dat waarschijnlijk geen probleem... je kent iets pas goed wanneer je het ook in een andere volgorde kunt opnoemen...


Bij iedere andere Bijbelvertaling is het uiteraard ook mogelijk om met een ezelsbruggetje de opsomming aan te leren.


Belangrijker dan leren is overigens het leven met Gods Geest: Indien wij door den Geest leven, zo laat ons ook door den Geest wandelen. (Galaten 5:25)


zaterdag 11 juni 2011

Galaten 5:22-23 – Vrucht van de Geest

HSV SV
De vrucht van de Geest is echter: liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. Daartegen richt de wet zich niet. Maar de vrucht des Geestes is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, matigheid. Tegen de zodanigen is de wet niet.
andere vertalingen

Een christen laat zien dat de Geest van God in hem woont. Zodat andere mensen het zien. Zac Poonen schrijft daarover in Sieraad voor as:


"De mens die met de Geest vervuld is, probeert niet alleen anderen de indruk te geven dat hij in heiligheid groeit, maar hij groeit ook daadwerkelijk. Hij zal niet van ervaringen getuigen en niet proberen anderen van zijn theologie over heiliging te overtuigen. Zijn leven laat zo’n heiliging zien dat anderen naar hem toe komen, uit zichzelf, en hem naar het geheim van zijn leven vragen. Ware heiliging krijgt alleen hij die er met zijn hele hart naar zoekt".

Het valt op dat de eerste Geestesvrucht die genoemd wordt, liefde is. Het betekent dat deze van groot belang is. Zou je kunnen zeggen dat vanuit de liefde de andere gaven groeien? Om te groeien in de liefde en om meer vruchten van de Geest te dragen is het belangrijk om met de bron van liefded verbonden te blijven:

Ik ben de Wijnstok, u de ranken; wie in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt u niets doen. (Johannes 15:5, HSV)


zaterdag 4 juni 2011

Galaten 2:20 – Christus leeft in mij

HSV SV
Ik ben met Christus gekruisigd; en niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij; en voor zover ik nu in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, Die mij heeft liefgehad en Zichzelf voor mij heeft overgegeven. Ik ben met Christus gekruist; en ik leef, doch niet meer ik, maar Christus leeft in mij; en hetgeen ik nu in het vlees leef, dat leef ik door het geloof des Zoons van God, Die mij liefgehad heeft, en Zichzelven voor mij overgegeven heeft.
andere vertalingen

De zonden hoeven over de gelovige geen heerschappij meer te hebben. De gelovige is dood voor de zonde staat in Romeinen 6:

Wij, die der zonde gestorven zijn, hoe zullen wij nog in dezelve leven? (vers 2b)

Dit weten wij toch, dat onze oude mens met Hem gekruisigd is, opdat het lichaam van de zonde tenietgedaan zou worden en wij niet meer als slaaf de zonde zouden dienen. (vers 6, HSV)

Dat betekent dat de zonden nog wel kunnen voorkomen in het leven van een christen, maar dat we niet meer slaaf van de zonden zijn. Onze zonden zijn vergeven door Jezus Christus:

In Hem hebben wij de verlossing, door Zijn bloed, namelijk de vergeving van de overtredingen, overeenkomstig de rijkdom van Zijn genade (Efeze 1:7, HSV)

Wat zo bijzonder is aan God, is dat Hij zelfs in ons woont: Christus leeft in mij. Doordat Jezus Christus betaalde voor de zonden met Zijn lichaam, kreeg iedere gelovige verlossing. En daardoor werd je een nieuw schepsel:

Daarom, als iemand in Christus is, is hij een nieuwe schepping: het oude is voorbijgegaan, zie, alles is nieuw geworden. (2 Korinthe 5:17, HSV)

Paulus, de schrijver van de brief aan de Galaten, lijkt te zeggen dat wanneer hij ieder moment op Christus vertrouwt, Christus in en door hem werkt. Met God in ons, kunnen we niet meer verlangen. We mogen op Hem vertrouwen, en vanuit dat geloof leven. Prijs Hem daarvoor! Glorie aan God!


zaterdag 28 mei 2011

Spreuken 6:22-23 – Wettig leven met Christus

HSV SV
Als je op weg gaat, zal het je leiden, als je neerligt, over je waken, als je ontwaakt, zal dat tot je spreken. Want een gebod is een lamp, en onderricht is een licht, bestraffingen en vermaning zijn de weg van het leven Als gij wandelt, zal dat u geleiden; als gij nederligt, zal het over u de wacht houden; als gij wakker wordt, zal hetzelve met u spreken. Want het gebod is een lamp, en de wet is een licht, en de bestraffingen der tucht zijn de weg des levens
andere vertalingen

De wijsheid die de vader doorgeeft in de vechtverzen uit Spreuken 6 helpen zijn zoon - of kinderen in het algemeen - om verder te zien dan de (geestelijke) verleidingen die je tegenkomt in het leven. Matthew Henry schrijft hierover in zijn verklaring van het Oude Testament: "Laat het woord uw regel zijn, dan zult u geleid worden door de Heilige Geest. Die zal u waarschuwen en steunen." De Bijbel lezen helpt bij het wandelen met God:

Wie het onderricht ter harte neemt is op weg naar het leven, maar wie een vermaning verwerpt dwaalt af. (Spreuken 10:17, WV)

Het is eenvoudig de Bijbel te zien als een verzameling van geboden en richtlijnen. Gelukkig hoeven we niet onder te gaan in het gehoorzamen aan wetten en geboden. Waarom niet? Omdat Jezus Christus Zijn leven heeft gegeven om ons nieuw leven te geven:

Ik ben met Christus gekruisigd; en niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij; en voor zover ik nu in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, Die mij heeft liefgehad en Zichzelf voor mij heeft overgegeven (Galaten 2:20, HSV)


zaterdag 21 mei 2011

Spreuken 6:20-21 - Liefde en geboden

HSV SV
Mijn zoon, neem het gebod van je vader in acht en veronachtzaam het onderricht van je moeder niet. Bind ze voortdurend op je hart, hang ze om je hals. Mijn zoon, bewaar het gebod uws vaders, en verlaat de wet uwer moeder niet. Bind ze steeds aan uw hart, hecht ze aan uw hals.
andere vertalingen

De vechtverzen uit Spreuken 4 klinken nog al eens als een gebod. In de verzen van deze week zegt de vaderfiguur dit ook letterlijk: neem het gebod van je vader in acht. Al deze aanbevelingen en geboden kunnen de indruk geven van een streng geloof waarin niets mag. Geboden uit de Bijbel komen dan over als een verzameling strakke regels en bevelen waaraan je je moet houden. Toch hebben die strakke regels en geboden zin...

De strakke regels en geboden in de Bijbel zijn niet bedoeld door God om Zijn kinderen het leven zuur te maken. Als een vader geeft Hij richtlijnen om het leven te leven. Het vroeg en vraagt wel overgave. Destijds in het Oude en Nieuwe Testament, maar ook nu; om in antwoord op de geboden te reageren vanuit liefde. Liefde is namelijk het grote gebod wat Christus zelf gaf:

U zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dit is het eerste en het grote gebod. En het tweede, hieraan gelijk, is: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. (Mattheus 22:37b-39, HSV)

Het gebod van de vader uit Spreuken en de wet van de moeder zijn belangrijk genoeg om ze als een ketting om de hals te hangen. Die kun je dagelijks omdoen of niet, dat is een keuze. Daarmee draag je de wijsheid en richtlijnen bij je. Zodat je er gebruik van kunt maken. Bovendien is een ketting een sieraad. Wandelen zoals God wil is een keuze (sieraad) voor iedere christen:

Wees dan navolgers van God, als geliefde kinderen, en wandel in de liefde, zoals ook Christus ons liefgehad heeft en Zichzelf voor ons heeft overgegeven als een offergave en slachtoffer, tot een aangename geur voor God. (Efeze 5:1-2, HSV)


zondag 15 mei 2011

Spreuken 4:26-27 - Woorden van toen voor nu (4)

HSV SV
Baan het spoor voor je voet, en laten al je wegen vaststaan. Wijk niet af naar rechts of naar links, keer je voet af van het kwade! Weeg den gang uws voets, en laat al uw wegen wel gevestigd zijn. Wijk niet ter rechter- of ter linkerhand, wend uw voet af van het kwade.
andere vertalingen

Een christen heeft de verantwoordelijkheid om te kiezen wanneer de mogelijkheid tot zondigen zich voordoet. Om al bij voorbaat te voorkomen dat die keuze gemaakt moet worden, moet de weg schoongemaakt worden. Ofwel: zonden moeten verwijderd worden uit het leven van de gelovige. Ook is het goed om na te denken over welke wegen ingeslagen worden.

"Blijf op het goede pad" lijkt de conclusie van de vechtverzen van deze week. In de vechtverzen van vorige week stond: Laten je ogen recht vooruitkijken en je oogleden zich recht vóór je houden. Het betekent dat de ogen van de gelovige niet naar zonden moeten kijken, maar op het doel gericht moeten zijn. En dat is bij het kwade vandaan!

De vertaling van het vers 26 blijkt voor meerdere uitleg vatbaar:
  • Baan het spoor voor je voet (HSV)
  • Weeg de gang van je voet (SV) / Let op het pad dat je voeten bewandelen (WV)
In de vertaling van de HSV wordt de nadruk gelegd op het wegdoen van zonden zodat de weg vrij is. In de Statenvertaling en Willibrordvertaling ligt de nadruk meer op het nadenken over welk pad je inslaat: kies ik wel of niet voor het pad naar de zonde.

Een gelovige heeft dus de vrijheid om wel of niet te kiezen voor de zonden. Hoe?

Hoe kan wie jong is zuiver leven? Door zich te houden aan uw woord. (Psalm 119:9, NBV)

Uw woord is een lamp voor mijn voet, en een licht voor mijn pad. (Psalm 119:105)

En stel uw leden niet ter beschikking aan de zonde als wapens van ongerechtigheid, maar stel uzelf ter beschikking aan God, als mensen die uit de doden levend geworden zijn. En laat uw leden wapens van gerechtigheid zijn voor God. Want de zonde zal over u niet heersen. U bent namelijk niet onder de wet, maar onder de genade. (Rom. 6:13-14, HSV)


zaterdag 7 mei 2011

Spreuken 4:24-25 - Woorden van toen voor nu (3)

HSV SV
Doe weg van jou valsheid van mond en houd bedrog van lippen ver van je verwijderd. Laten je ogen recht vooruitkijken en je oogleden zich recht vóór je houden. Doe de verkeerdheid des monds van u weg, en doe de verdraaidheid der lippen verre van u. Laat uw ogen rechtuit zien, en uw oogleden zich recht voor u heen houden.
andere vertalingen

De vader die tot zijn zoon spreekt gaat verder: let op je mond en je ogen! De vechtverzen van deze week sluiten aan de verzen van de vorige weken. Lees ze hier: Spreuken 4.

Niet alleen in Spreuken 4 worden deze dingen genoemd, ook in hoofdstuk 6 van dit Bijbelboek staan eendere teksten die de gelovige waarschuwen tegen de zonden. Daar en ook in Psalm 5 blijkt dat God een hekel heeft aan de zonde, ze zelfs haat:

Want U bent geen God Die vreugde vindt in goddeloosheid (Psalm 5:5a, HSV),

Een verdorven mens, een man van onrecht,
gaat rond met valsheid van mond,
knipoogt heimelijk, geeft een teken met zijn voeten
en wijst met zijn vingers.
In zijn hart zijn verderfelijke dingen, hij smeedt te allen tijde kwaad
en hij brengt twisten teweeg.
Daarom zal plotseling zijn ondergang komen,
opeens zal hij gebroken worden, zonder dat er genezing voor is.
Deze zes haat de HEERE,
ja, zeven zijn een gruwel voor Zijn ziel:
hoogmoedige ogen, een valse tong
en handen die onschuldig bloed vergieten,
een hart dat zondige plannen smeedt,
voeten die zich haasten om naar het kwade te rennen,
een valse getuige die leugens blaast,
en die tussen broeders twisten teweegbrengt.

(Spreuken 6:12-19, HSV)

Met onze stem werken aan Gods wil, dat kan. Met Zijn hulp staan we stevig in de schoenen. En zijn we ongelofelijk afhankelijk. Tenslotte hebben we God nodig in alles:

Betrek de wacht bij mijn mond, bewaak de poort van mijn lippen. (Psalm 141:3, WV)

En God is machtig alle genade te doen overvloedig zijn in u, opdat gij in alles allen tijd alle genoegzaamheid hebbende, tot alle goed werk overvloedig moogt zijn. (2 Korinthe 9:8, HSV)

Lees meer op vechtvers.nl over de stem:
Efeze 4:29 - Neem mijn stem
2 Korinthe 9:8 - Geef het door


donderdag 5 mei 2011

Spreuken 4:22-23 - Uitingen van het leven

Het is belangrijk om te getuigen van Gods goedheid en de mogelijkheid om zalig te worden. Daarmee doen we iets zoals God het wil. We hebben een stem gekregen om te getuigen. Hoe meer ons hart vol is, hoe makkelijk we getuigen, want zo zegt het spreekwoord: waar het hart vol van is, vloeit de mond van over. uit de overvloed van het hart spreekt de mond (Mattheus 12:34b, HSV)

Het is daarom belangrijk om in de gaten te houden waar ons hart zich mee bezig houdt. Bescherm je hart. Hoe? Door acht te slaan op de woorden die geschreven staan in Gods Woord. De Spreuken-schrijver zegt het ook: sla acht op mijn woorden. Door bezig te zijn met God, door tijd met Hem door te brengen. Uit het hart zijn de uitingen van het leven.

Henk Binnendijk schrijft in Dichtbij God over de stad van God uit Openbaring 12.

En zij had een groten en hogen muur, en had twaalf poorten (Openb. 21:12a)

haar poorten zullen overdag nooit gesloten worden, want daar zal geen nacht zijn (Openb. 21:25, HSV)

Binnendijk: "Binnen de muur wil men het leven van buiten de muur buiten houden. Omdat het leven binnen de muur volkomen anders is dan het leven buiten de muur. Binnen is alles rein, heilig, liefdevol, vreugdevol, barmhartig, open, genadig, vol van God."

De muur biedt bescherming: "Er moet in ons leven een grote en hoge muur zijn om alles wat van God is te beschermen en het verkeerde buiten te houden. Dat kan door onze omgang met Hem. Die muur kan niet hoog genoeg zijn."

Binnendijk schrijft over de poorten van de stad. Daardoor zou toch het kwaad naar binnen kunnen komen? Maar dat gebeurt niet, de poorten worden nooit gesloten. Zonder dat er iets onreins binnenkomt: En in haar zal niet inkomen iets, dat ontreinigt, en gruwelijkheid doet, en leugen spreekt (Openb. 21:27)

Binnendijk: "De muur is bedoeld om het onreine buiten te houden. De poorten zijn bedoeld om datgene wat in de stad is, het leven met God, naar buiten te brengen. Naar mensen."

Zou ons hart zijn als de stad van God, wat voor prachtige uitingen zouden er dan onstaan? Dan komt het leven met God naar buiten toe, vloeit de mond over van God en alles wat met Hem te maken heeft.

Prijs de Heer
De weg is open
Naar de Vader naar elkaar
Jezus Christus, triomfator, mijn verlosser, middelaar
Vader met geheven handen
Breng ik u mijn dank en eer
Het is uw geest die mij doet zeggen
Jezus Christus is de Heer
Opwekking 167


zaterdag 30 april 2011

Spreuken 4:22-23 - Woorden van toen voor nu (2)

HSV SV
Ze zijn immers leven voor wie ze vinden, en genezing voor heel hun vlees. Bescherm je hart boven alles wat te behoeden is, want daaruit zijn de uitingen van het leven. Want zij zijn het leven dengenen, die ze vinden, en een medicijn voor hun gehele vlees. Behoed uw hart boven al wat te bewaren is, want daaruit zijn de uitgangen des levens.
andere vertalingen

De bijbelverklaarder Matthew Henry schrijft over het eerste vechtvers van deze week waarom de gelovige zoveel acht moet slaan op de woorden van wijsheid uit Spreuken 4: "omdat zij - die woorden dus - zowel voedsel als medicijn voor ons zullen zijn, zoals de boom des Levens (Openbaring 22:2). [...] Zoals het geestelijk leven begonnen was door het Woord, zo wordt het nog door datzelfde Woord gevoed en onderhouden."

De vechtverzen uit Spreuken 4 zijn voor iedereen van belang: ze zijn immers leven voor wie ze vinden. Dat betekent dat deze woorden leven kunnen geven aan iedereen in deze wereld: zodat iedereen die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven bezit. (Joh. 3:16, WV)

De woorden zijn ook een medicijn voor heel het lichaam (vlees): zowel voor het lichaam als voor de ziel. Henry: "Zij helpen om ze allebei in een goede conditie te houden. [...] Er is in het Woord van God een geschikt geneesmiddel voor al onze geestelijke ziekten."

De vechtverzen van deze week sluiten aan op de verzen van vorige week. Het eerste vechtvers van deze week, vers 22, is een vervolg op de verzen ervoor.

De apostel Paulus schreef woorden die lijken op die van de Spreuken-schrijver in een brief aan Timotheüs (2 Timotheüs 3).

Wijze woorden, nog steeds relevant voor nu: voor leven en medicijn, nuttig om daarmee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de rechtvaardigheid (Spr. 4 en 2 Tim. 3:16b).

Gods zegen bij het leren en lezen toegebeden!


zondag 24 april 2011

Spreuken 4:20-21 - Woorden van toen voor nu

HSV SV
Mijn zoon, sla acht op mijn woorden, neig je oor tot wat ik zeg. Laat ze niet wijken van je ogen,
bewaar ze in het binnenste van je hart.
Mijn zoon! merk op mijn woorden, neig uw oor tot mijn redenen. Laat ze niet wijken van uw ogen, behoud ze in het midden uws harten.
andere vertalingen

In dit gedeelte van het Bijbelboek Spreuken wordt de lezer dan wel hoorder op een directe manier aangesproken: het geldt niet alleen de zonen, maar iedereen. Meer hierover in het artikel over vechtvers Spreuken 1:10.

De woorden die gesproken worden zijn van belang: sla acht op mijn woorden. Ze zijn zelfs van groot belang, want de vader uit dit Bijbelgedeelte roept op om zijn woorden op te merken: ze moeten steeds voor ogen staan, ze moeten bewaard worden in het binnenste van het hart.

Wat is het belang van deze raadgevingen, de verzen 22-27?

want leven zijn ze voor wie hen vindt,-
een geneesmiddel voor heel zijn vlees;
behoed je hart met alle waakzaamheid,-
want daaruit zijn
de uitgangen des levens;
doe van jou weg verkeerdheid van mond,-
en valsheid van lippen,-
houd die verre van je;
laten je ogen voorwaarts kijken,-
je wimpers
rechtuit naar wat tegenover je is;
effen het spoor voor je voet,-
laten al je wegen welgericht zijn;
neig niet naar rechts of links,-
houd je voet verwijderd van kwaad
Naardense Bijbelvertaling

Deze woorden betekenen veel – anders zouden we ze niet ter harte hoeven nemen. Ze helpen de gelovige om op het pad van God te lopen. Niet als bevel, maar uit dankbaarheid. Gods weg bewandelen geeft leven voor de ziel en is iets wat God genoegen doet:

zodat u wandelt op een wijze de Heere waardig, Hem in alles behaagt, in elk goed werk vrucht draagt en groeit in de kennis van God (Kol 1:10, HSV)

Het is bovendien goed voor onze naaste omgeving:

Een goed mens brengt uit de goede schat zijns harten het goede voort en een slecht mens brengt uit de boze schat het boze voort. Want waar het hart vol van is, daarvan spreekt de mond. (Lukas 6:45, NBG51)

Woorden uit het Oude Testament blijken toch voor vandaag de dag nog betekenis te dragen.
Goddank voor Zijn woorden van toen voor nu!


zaterdag 16 april 2011

Efeze 4:31-32 - Vergeving krijgen en geven

HSV SV
Laat alle bitterheid, woede, toorn, geschreeuw en laster van u weggenomen worden, met alle slechtheid, maar wees ten opzichte van elkaar vriendelijk en barmhartig, en vergeef elkaar, zoals ook God in Christus u vergeven heeft. Alle bitterheid, en toornigheid, en gramschap, en geroep, en lastering zij van u geweerd, met alle boosheid; Maar zijt jegens elkander goedertieren, barmhartig, vergevende elkander, gelijkerwijs ook God in Christus ulieden vergeven heeft.
andere vertalingen

Ondanks het leven als nieuwe mens is het blijkbaar mogelijk dat de christen leeft met zaken zoals bitterheid, woede, geschreeuw en laster, of een combinatie van deze. Mogelijk is bitterheid de aansteker van de zonden die daarna genoemd worden. Bitterheid komt voort uit een hart dat niet recht is voor God:

Gij hebt part noch deel aan deze zaak, want uw hart is niet recht voor God. Bekeer u van deze uw boosheid en bid de Here, of deze toeleg van uw hart u moge vergeven worden; want ik zie, dat gij gekomen zijt tot een gal van bitterheid en een warnet van ongerechtigheid. (Hand. 8:21b-23, NBG)

Het blijkt dat de zonden vergeven kunnen worden! Dat gelovigen ook elkaar moeten vergeven blijkt uit vers 31: vergevende elkander.

De vechtverzen van deze en van vorige week spreken van de dingen die een christen niet moet doen en wat hij wel moet doen. Genade geven (Efeze 4:29) is bijvoorbeeld niet een gave die een mens zomaar uit zich zelf kan uitvoeren. Hij heeft daarvoor ook genade nodig.

Voor vriendelijkheid en barmhartigheid, voor vergeving geven is diezelfde genade nodig. En daar mogen we rijkelijk uit putten: want wij behoren God toe, in Christus. Denk aan het gebed dat Christus ons leerde: Vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren. (Mattheus 6:12). Dat betekent dan ook dat wij de ander kunnen vergeven, want daarvoor is genade genoeg aanwezig!

Gij geeft ons vrede, vergeving van zonden
en Uw nabijheid die sterkt en die leidt.
Kracht voor vandaag, blijde hoop voor de toekomst.
Gij geeft het leven tot in eeuwigheid.
couplet uit Groot is Uw trouw, o Heer
© Hope Publ. Comp. / Universal Songs

zaterdag 9 april 2011

Efeze 4:29 - Neem mijn stem

HSV SV
Laat er geen vuile taal uit uw mond komen, maar wel iets goeds, dat nuttig is tot opbouw, opdat het genade geeft aan hen die het horen. Geen vuile rede ga uit uw mond, maar zo er enige goede rede is tot nuttige stichting, opdat zij genade geve dien die ze horen.
andere vertalingen

De Bijbel is helder in Efeze 4 over hoe het vernieuwde leven van een christen er uit hoort te zien. In vers 24 staat dat we de nieuwe mens moeten aandoen. In de verzen erna wordt duidelijk wat we achter ons hebben gelaten of moeten gaan laten. Vuile taal hoort daarbij: de woorden van een christen horen niet vuil te zijn. In de brontaal, het Grieks, wordt zelfs het woord "verrot " gebruikt… Het laat duidelijk het verschil zien tussen wat goede taal is en wat niet.

Hoe dient onze taal dan te klinken? Onze taal is geschikt voor opbouw van anderen: opdat het genade geeft aan hen die het horen. In het Bijbelboek Spreuken staat Het medicijn van de tong is een boom des levens, maar verkeerdheid erin is een breuk in de geest. (Spreuken 15:4, HSV) Dat houdt in dat onze stem (en wat we schrijven of typen?) gebruiken voor de opbouw van anderen wanneer dat mogelijk is en dat

Hoe dan?
  • slik boze woorden in (voorkom ze)
  • geef complimenten
  • citeer de Bijbel (hoe goed is een woord op zijn tijd! Spreuken 15:23)
  • laat God uw leven leiden

Neem mijn stem opdat mijn lied,
U mijn Koning hulde biedt.
Maak, o Heer, mijn lippen rein
dat zij Uw getuigen zijn.
couplet uit gezang 228

Laat de woorden van mijn mond en de overdenking van mijn hart
welgevallig zijn voor Uw aangezicht,
HEERE, mijn rots en mijn Verlosser!
(Psalm 19:5, HSV)


woensdag 6 april 2011

Spreuken 17:22 en 18:10 – Torenhoge veiligheid

Het Bijbelboek Spreuken lijkt een bonte verzameling wijze spreuken die weinig of niets met elkaar te maken hebben. Toch mogen we dit boek lezen als wijze hulp van anderen voor (struikelende) volgelingen van Jezus Christus.

De spreuken in dit Bijbelboek staan niet allemaal los van elkaar. De verzen 10 en 11 uit hoofdstuk 18 beschrijven bijvoorbeeld twee soorten veiligheid:

De Naam van de HEERE is een sterke toren, een rechtvaardige snelt daarheen en wordt in een veilige vesting gezet. Het bezit van een rijke is zijn sterke stad, als een hoge muur, in zijn verbeelding.

De veiligheden die hier omschreven worden zijn de Naam van de HEERE (=God zelf) en rijkdom. Het probleem met rijkdom zou wel eens kunnen zijn dat de rijke er zijn vertrouwen op stelt. Het geeft een gevoel van veiligheid en zorgt ervoor dat vertrouwen op God niet meer zo belangrijk wordt. Gelukkig bestaan er verzekeringen. Of zijn een eigen stad en eigen rijkdom schijnveiligheid?

Een toren kon vroeger en soms vandaag ook nog vanaf een afstand worden gezien. God is steeds in het oog te houden. We kunnen steeds naar de toren toe, steeds naar God toe. Kijken we niet naar de toren dan zien we ook de hulp van God niet. Kijk je wel, dan is de veiligheid makkelijk te vinden.

Het is een sterke toren, bij God is voldoende veiligheid voor de gelovige. De gelovige komt in een veilige vesting, de Statenvertaling spreekt van een hoog vertrek. Hoog betekent veilig tegen de vijanden. Misschien wordt ook nog wel de hemel bedoeld, waar is een gelovige gelukkiger en veiliger dan daar? Ik zeg tegen de HEERE: Mijn toevlucht en mijn burcht, mijn God, op Wie ik vertrouw! (Psalm 91:2, HSV).


zaterdag 2 april 2011

Spreuken 17:22 en 18:10 - Geestelijke gezondheidsspreuken

HSV SV
Een blij hart bevordert de genezing,maar een neerslachtige geest doet de beenderen verdorren.
[..]
De Naam van de HEERE is een sterke toren,een rechtvaardige snelt daarheen en wordt in een veilige vesting gezet.
Een blij hart zal een medicijn goed maken; maar een verslagen geest zal het gebeente verdrogen.
[..]
De Naam des HEEREN is een Sterke Toren; de rechtvaardige zal daarhenen lopen, en in een Hoog Vertrek gesteld worden.
andere vertalingen

Een dag niet gelachen is een dag niet geleefd. Die spreuk wordt nog wel eens uitgesproken. Dat is mogelijk een Bijbelse gedachte. Misschien ligt de bron in de vechtverzen van deze week. Het eerste vechtvers van deze week geeft aan dat een blij hart een mooi resultaat geeft. Dit vers uit Spreuken 17 vertelt dat een blij hart dat de genezing bevordert. En dat het tegengestelde van een blij hart ook een tegengesteld resultaat geeft: het verdorren van de beenderen. Dit houdt in dat je er ziek van kan worden of erg ontmoedigt raakt.

Het Woord van God als filosoof en psycholoog. Wat een voorrecht dat we wijsheid en ondersteuning ontvangen van onze God!

Ook in Spreuken 14 komt een spreuk voor die hetzelfde meedeelt:

Een gezond hart is het leven voor het lichaam, maar afgunst is verrotting van de beenderen. (Spreuken 14:30, HSV)

Een gezond hart wordt in andere vertalingen vertaald met een tevreden hart (NBG) of een zachtmoedig hart (WV). Ons hart blijkt dus van groot belang voor onze gezondheid: zonder kloppend hart is er bovendien geen leven. Maar wat betekent dit geestelijk? Kunnen we geestelijk leven zonder blijheid? Waar is dan de vreugde die we mogen uitstralen (waarover Paulus spreekt)? De oplossing is Bijbels en misschien ook filosofisch en psychologisch:

Verblijd u altijd in de Heere; ik zeg het opnieuw: Verblijd u. Uw welwillendheid zij alle mensen bekend. De Heere is nabij. Wees in geen ding bezorgd, maar laat uw verlangens in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God; en de vrede van God, die alle begrip te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten bewaken in Christus Jezus. (Filippenzen 4:4-7, HSV)

Laten we blij zijn met onze God, dat is goed voor het hart. En onze omgeving.


zondag 27 maart 2011

2 Korinthe 5:17 - Een nieuwe schepping

HSV SV
Daarom, als iemand in Christus is, is hij een nieuwe schepping: het oude is voorbijgegaan, zie, alles is nieuw geworden. Zo dan, indien iemand in Christus is, die is een nieuw schepsel; het oude is voorbijgegaan, zie, het is alles nieuw geworden.
andere vertalingen

Een nieuw mens, niet meer hetzelfde: christenen zijn innerlijk vernieuwd. Ze zijn een nieuw schepsel geworden. Het betekent niet dat God de gelovige een beetje heeft veranderd/hervormd/gereformeerd/heropgevoed maar dat deze christen nieuw is gemaakt door God.

Door Gods kracht, door Zijn Heilige Geest, kan de mens nu God op een andere manier dienen dan voorheen; namelijk als iemand die opnieuw is geschapen. Zonden kunnen nog aantrekkelijk klinken, maar tegelijkertijd kan de gelovige zijn leven veranderen en daardoor beantwoorden aan doelen waarvoor God hem schiep:
  • God eren en Hem liefhebben (Matthëus 22:37)
  • God loven en vreugde in Hem hebben (Filippenzen 4:4)
  • God dienen volgens Zijn wil (Kolossenzen 1:9-10)
  • de naaste dienen en liefhebben (Matthëus 22:39)
  • de naaste het Evangelie doorgeven (Matthëus 28:19)
Dat is een aardig lijstje met zaken die we niet uit eigen kracht kunnen uitvoeren. Goddank heeft onze God ook daarvoor een hulp beschikbaar: Jezus Christus.


Ik vermag alle dingen door Christus, Die mij kracht geeft. (Filip. 4:13)


We hebben door het geloof een ander levensdoel gekregen; de zonden en ons eigen ik zijn niet meer een doel van ons bestaan. Zonden zijn misschien nog steeds aantrekkelijk, maar je hoeft er niet meer vatbaar voor te zijn. Dit weten wij toch, dat onze oude mens met Hem gekruisigd is, opdat het lichaam van de zonde tenietgedaan zou worden en wij niet meer als slaaf de zonden zouden dienen. (Romeinen 6:6)


We zijn met Christus opgestaan in een nieuw leven; innerlijk vernieuwd en geen slaaf meer van de zonde. Prijs God voor die verlossing! Het is genade van Hem dat iedereen die gelooft niet meer aan zonde vast hoeft te zitten.


Het is ook hemelse genade dat iedere gelovige vrij mag zijn van banden die hem beklemd houden. Geen angsten, verslavingen of wettisch leven: we zijn vernieuwd en het oude is voorbijgegaan. Zijn er nog banden of beklemt u iets? Het uiteindelijke antwoord is altijd: de verlossing en kracht van onze Heere Jezus Christus. Christus is het die voor ons pleit (Romeinen 8:34). Prijs Hem!


woensdag 23 maart 2011

2 Korinthe 4:17-18 - Het kruis aanvaarden

Ook al klinkt het theoretisch, we moeten voorbereid zijn op verdrukking. Denk bijvoorbeeld aan de grote verdrukking die we mogelijk mee maken zullen.

Het is daarom goed om niet te veel te hechten aan onze goederen, maar onze ogen te richten op de dingen die men niet ziet. Dat betekent het kruis opnemen en Jezus nawandelen. Hij zei tegen allen: Als iemand achter Mij wil komen, moet hij zichzelf verloochenen, zijn kruis dagelijks opnemen en Mij volgen. Want wie zijn leven wil behouden, die zal het verliezen; maar wie zijn leven verliezen zal omwille van Mij, die zal het behouden. Want wat baat het een mens heel de wereld te winnen en zichzelf te verliezen of zelf schade te lijden? Want wie zich voor Mij en Mijn woorden geschaamd zal hebben, voor hem zal de Zoon des mensen Zich schamen, wanneer Hij zal komen in Zijn heerlijkheid en in die van de Vader en in die van de heilige engelen. (Lukas 9:23-26, HSV)

Het leven met Christus is dus niet alleen leven met het uitzicht op eeuwige glorie, het betekent ook een kruis op je nemen. Zac Poonen schrijft hierover in De belangrijkste prioriteiten van het christenleven:
"zoals de dood iemand van deze wereld overbrengt naar een andere, zo brengt het aanvaarden van het kruis de gelovige over naar het niveau van het koninkrijk van Christus (Kol. 1:13).
Meteen begint hij de wereld om hem heen met andere ogen te zien en met een totaal nieuw waardenbesef. Geld, aardse goederen, mensen, ze worden nu allemaal gezien in het licht van het kruis, in het licht van de eeuwigheid, in het licht van het koninkrijk van Christus. Mensen worden door hem niet langer als arm of rijk gezien, als belangrijk of onbelangrijk, groot of klein, of naar hun verschillende sociale niveau. Het zijn nu allemaal zielen voor wie Christus gestorven is (2 Cor. 5:16)"

Lees meer over bemoediging en troost voor gelovigen in de vechtverzen uit Openbaring:
Lees meer over wie wij dienen en van wie wij zijn:

 

zaterdag 19 maart 2011

2 Korinthe 4:17-18 - Aardse kwelling, hemels thuis

HSV SV
Want onze lichte verdrukking, die van korte duur is, brengt in ons een allesovertreffend eeuwig gewicht van heerlijkheid teweeg. Wij houden onze ogen immers niet gericht op de dingen die men ziet, maar op de dingen die men niet ziet; want de dingen die men ziet, zijn van het ogenblik, maar de dingen die men niet ziet, zijn eeuwig. Want onze lichte verdrukking, die zeer haast voorbijgaat, werkt ons een gans zeer uitnemend eeuwig gewicht der heerlijkheid; Dewijl wij niet aanmerken de dingen die men ziet, maar de dingen die men niet ziet; want de dingen die men ziet, zijn tijdelijk, maar de dingen die men niet ziet, zijn eeuwig.
andere vertalingen

Paulus, de schrijver van de tweede brief aan de Korinthiërs, spreekt over een lichte verdrukking. Het is verdrukking/onderdrukking/kwelling die van korte duur is. Dat betekent misschien niet dat het na 2 dagen al voorbij is. Denk aan broeders en zusters wereldwijd, die lijden vanwege Christus' naam. Zij hebben soms te maken met verdrukking die jarenlang duurt of hen uiteindelijk het leven kost.

De kanttekeningen van de Statenvertaling geven aan dat de verdrukking zelf niet licht is, maar "omdat de Heere haar, door de versterking en troost van Zijn Geest, ons licht maakt." Met Gods hulp is de verdrukking dragelijker of helemaal dragelijk.

De vechtverzen geven aan dat verdrukking een gewicht/volheid van de heerlijkheid bezorgt, een overvloed die alles overtreft; een eeuwige heerlijkheid bij God. Dat lijkt lastig te bevatten, maar het geeft wel aan dat we niet alleen een aards leven hebben, maar ook een eeuwige bestemming: een hemels huis (2 Kor. 5:1, SV). Door ons te richten op de dingen die boven zijn richten we ons op de onzienbare, eeuwige zaken. En daardoor wordt aards leed en verdrukking anders.

Waarom dan verdrukking? Daar zijn misschien wel deze redenen voor:
  • vernieuwing van de inwendige mens door Gods Geest: toch wordt de innerlijke mens van dag tot dag vernieuwd (2 Kor 4:16b)
  • voorkomen dat we trots worden
  • om dichter bij God komen
  • bemoediging van anderen
  • geloofsopwekking voor anderen
  • om te vertrouwen zonder te begrijpen: Hoe kostbaar zijn mij Uw gedachten, o God, hoe machtig groot is hun aantal (Psalm 139:17, HSV)
Christenen in Nederland hebben nauwelijks of niets te maken met verdrukking; het is daarom lastig om een en ander te bevatten. Vele christenen over heel de wereld ervaren het wel. Zonder te vervallen in wetticisme: laten we voor hen bidden!

 

maandag 14 maart 2011

Psalm 103:8-10 - Genade onbegrijpelijk groot

HSV SV
Barmhartig en genadig is de HEERE, geduldig en rijk aan goedertierenheid. Hij zal niet voor altijd ter verantwoording roepen, niet voor eeuwig handhaaft Hij Zijn toorn. Hij doet ons niet naar onze zonden en vergeldt ons niet naar onze ongerechtigheden. Barmhartig en genadig is de HEERE, lankmoedig en groot van goedertierenheid. Hij zal niet altoos twisten, noch eeuwiglijk den toorn behouden. Hij doet ons niet naar onze zonden, en vergeldt ons niet naar onze ongerechtigheden.
andere vertalingen

Psalm 103 en 104 zijn lofpsalmen. Psalm 104 is waarschijnlijk achter 103 geplaatst omdat het begin gelijk is aan 103: Loof den Heere mijn ziel. Waarom eigenlijk die aanmoediging om God te loven? De vechtverzen van deze week verklaren iets van de bijzondere redenen voor lofprijzing.

Liefdevol, mededogend (=barmhartig) en genadig is onze God. Hij is traag tot toorn en groot in vriendelijkheid en liefde (=goedertierenheid). God is ontzettend geduldig, maar:

Zijn ziel haat de goddeloze en wie geweld liefheeft. (Psalm 11:5b, HSV)

God haat zonden en de zondaar die zich niet bekeert. Tegelijkertijd blijft Hij niet terugkomen op onze zonden. Dat betekent dat Hij een enorme liefde en geduld heeft om gelovigen niet te straffen. Hij twist ook niet met ons over de zonden, roept ons niet steeds ter verantwoording en blijft niet voortdurend kwaad over de zonden. God doet niet met ons wat we wel verdienen. Wat een geduld, wat een onbegrijpelijke genade!

Corrie ten Boom schrijft hierover in Iedere dag nieuw: God heeft de zonden van de hele wereld op Jezus gelegd. Wat u moet doen, is alles aan Hem vertellen, uw schuld en zonde belijden en berouw tonen. Dan zal Hij u reinigen en al uw zonden in de diepte van de zee werpen. Vergeet niet dat er een bordje bijstaat: "Verboden te vissen".

Psalm 103:8-19 (Naardense Bijbelvertaling)
De ENE is ontférmend en genádig,
lankmóedig, overvlóedig in vríendschap.
Niet voor ímmer duurt zijn gedíng,
niet voor éeuwig blíjft hij wrókken.
Niet naar onze zónden heeft hij ons gedáan,
niet naar onze ongerechtigheden
óver óns voltrókken.
Nee, zo hoog als de hémel boven de áarde
is heldhaftig zijn vríendschap
over wíe hem vrézen;
zo ver als zonsopgang is van waar dáalt de ávond,
doet hij onze mísstappen
vér van ons wég.
Zoals een vader zich ontférmt over zónen,
ontfermt zich de ÉNE
over wíe hem vrézen.
Want hij, hij wéet hoe wij zijn gevórmd,
blijft indáchtig
dát wij stóf zijn.
Een mensje: als het grás zijn zijn dágen,
als de blóem op het véld,
zo blóeit hij.
Want een stórm trekt erover en hij is wég,
de plaats waar hij stónd kent hem níet terúg.
Maar de vriendschap van de ENE is van eeuwig tot eeuwig over wíe hem vrézen,
zijn geréchtigheid
voor zónen van zónen;
voor wie zijn verbónd bewáken,
voor wie gedenken zijn ópdrachten
om díe te dóen.
De ENE
heeft zijn troon gestéld in de hémelen,
zijn kóningschap
héerst over álles.

 

zondag 6 maart 2011

Psalm 103:4-5 - Kroning na genezing

HSV SV
Die al uw ongerechtigheid vergeeft, Die al uw ziekten geneest, Die uw leven verlost van het verderf, Die u kroont met goedertierenheid en barmhartigheid Die al uw ongerechtigheid vergeeft, die al uw krankheden geneest; Die uw leven verlost van het verderf, die u kroont met goedertierenheid en barmhartigheden
andere vertalingen

Redenen om God te loven? Lees de vechtverzen van deze week en een aantal worden er duidelijk:
  • God die ongerechtigheid/schuld/zonden vergeeft (HSV/NBV/WV)
  • God die zieken geneest/kwalen (HSV/NBV)
  • God die verlost van het verderf/graf/groeve (HSV/NBV/NB)
  • God kroont met goedertierenheid/standvastige liefde/vriendschap (HSV/ESV/NB)
  • God kroont met barmhartigheid/liefde/ontferming (HSV/NBV/NB)
Deze redenen zijn geschenken die God geeft of wil geven; wat een wonderlijke God, dat Hij zoveel geeft! Bijbelverklaarder Matthew Henry schrijft dat zonden vergeven het eerste wordt genoemd "omdat door de vergeving van zonde datgene uit de weg is geruimd waardoor het goede ons werd onthouden."

 
Dat God "krankheden" geneest, betekent niet alleen dat Hij mensen geneest van ziekten, maar ook geestelijk mensen beter kan maken. Dan is ongerechtigheid een menselijke ziekte, waarvan we absoluut genezen dienen te worden. Henry: "als de zonde gedood wordt, dan is de krankheid genezen, hoe moeilijk ook, zij is helemaal genezen." Loof Hem voor die vergeving!

 
Sta je er bij stil dat God geschenken geeft aan Zijn gelovigen? Hij kroont ze zelfs met barmhartigheid/liefde/ontferming. Waarschijnlijk hebben Gods kinderen daaraan een tekort en hebben ze dit nodig... Wie heeft er een teveel aan barmhartigheid/liefde/ontferming? (interessant over dit tekort (in Engels))

 

zaterdag 26 februari 2011

Psalm 103:1-2 - Lof en motivatie

HSV SV
Loof de HEERE, mijn ziel, en al wat in mij is, Zijn heilige Naam. Loof de HEERE, mijn ziel, en vergeet niet een van Zijn weldaden. Een psalm van David. Loof den HEERE, mijn ziel, en al wat binnen in mij is, Zijn heiligen Naam. Loof den HEERE, mijn ziel, en vergeet geen van Zijn weldaden.
andere vertalingen

Het doel van ons leven is God eren. Bij een dergelijk leven hoort een christen die Hem liefheeft en Hem wil dienen. Het is daarbij dan ook prachtig dat we Hem kunnen en mogen loven! Bijvoorbeeld met onze stem en met muziek. Zowel in het Oude als Nieuwe Testament wordt gesproken over loven en prijzen.

Een gelovige kan God prijzen zonder aansporing; zijn of haar leven is zo vervuld van Gods Geest dat deze gelovige helemaal geen aansporing nodig heeft:

En wordt niet dronken in wijn, waarin overdaad is, maar wordt vervuld met den Geest; Sprekende onder elkander met psalmen, en lofzangen, en geestelijke liederen, zingende en psalmende den Heere in uw hart; Dankende te allen tijd over alle dingen God en den Vader, in den Naam van onzen Heere Jezus Christus (Efeze 5:18-20, SV)

Maar het kan ook zijn dat een christen aansporing nodig heeft zoals in de vechtverzen van deze week. David spoort zichzelf aan om God te loven (vers 1, 2 en 22)

Het doel van lofprijzing is altijd God; wanneer het gaat om onszelf of een ander, doen we God tekort. David spreekt over al wat binnen in mij is; wat inhoudt dat heel ons ik mee mag doen; niet alleen de tong, maar met alles wat in ons vermogen ligt. Prijs Hem!

 

zaterdag 19 februari 2011

Romeinen 15:1-2 - Opbouwen en eren

HSV SV
Maar wij die sterk zijn, zijn verplicht de zwakheden van hen die niet sterk zijn te dragen, en niet onszelf te behagen. Laat daarom ieder van ons zijn naaste behagen ten goede, tot opbouw. Maar wij, die sterk zijn, zijn schuldig de zwakheden der onsterken te dragen, en niet onszelven te behagen. Dat dan een iegelijk van ons zijn naaste behage ten goede, tot stichting.
andere vertalingen

Een sterk persoon kan makkelijker een zwak persoon dragen, dan andersom. Zorg er daarom voor als gelovige, om sterk te worden of te zijn. Sterk in geloof (door van de melk op te groeien naar de "vaste spijze"), sterk in de leer en de christelijke vrijheid. Want iemand zwak in geloof, kan makkelijk struikelen over een sterk persoon die in deze vrijheid staat.
Daarom, sterke, laat de zwakke niet vallen. Dat is onze plicht schrijft Paulus. Laat hem niet vallen, maar bouw hem op; zodat hij kan groeien.
Zwakke, probeer te groeien, het is een Bijbelse oproep: ...groei in de genade en kennis van onze Heere en Zaligmaker Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid, zowel nu als in de dag van de eeuwigheid. Amen. (2 Petrus 3:18, HSV)

Het sterk zijn of worden kan of zal ten koste gaan van ons eigen genot, maar Christus is hierbij ons grote voorbeeld: want ook Christus heeft niet Zichzelf behaagd, maar zoals geschreven staat: Al de smaad van hen die U smaden, is op Mij gevallen. (Rom. 15:3, HSV)

Jezus Christus heeft zonden en minachting en goddeloosheid op zich genomen; we mogen jaloers zijn, dat we meer op Hem kunnen lijken wanneer dat meer of minder ten koste gaat van onszelf. Onze broeder of zuster wordt er door opgebouwd en Christus geëerd.

 

zondag 13 februari 2011

Romeinen 14:7-8 - Wij zijn van God

HSV SV
Niemand van ons leeft immers voor zichzelf, en niemand sterft voor zichzelf. Want als wij leven, leven wij voor de Heere en als wij sterven, sterven wij voor de Heere. Of wij dan leven of sterven, wij zijn van de Heere. Want niemand van ons leeft zichzelven, en niemand sterft zichzelven. Want hetzij dat wij leven, wij leven den Heere; hetzij dat wij sterven, wij sterven den Heere. Hetzij dan dat wij leven, hetzij dat wij sterven, wij zijn des Heeren.
andere vertalingen

De apostel Paulus schrijft in Filippenzen 1:21 Want het leven is voor mij Christus en het sterven is voor mij winst (HSV). In de vechtverzen van deze week staat hetzelfde: Niemand leeft voor zichzelf. De Bijbel geeft aan dat iedere gelovige van Christus is. Ons leven kunnen en mogen we aan Hem toewijden.

Zac Poonen schrijft hierover in het boekje Sieraad voor As: de enige goede basis voor onze toewijding is een erkenning dat we in de eerste plaats geheel aan God toebehoren. Onszelf aan God geven uit dankbaarheid voor wat Hij voor ons gedaan heeft heeft, is, hoewel goed op zich, niet de juiste basis voor christelijke toewijding. Liefde voor Christus kan de drijvende kracht zijn in onze dienst voor de Heere. Maar de basis op grond waarvan we ons leven aan God moeten toewijden is het feit dat Hij ons gekocht heeft aan het kruis. We zijn daarom nu Gods eigendom en hebben geen recht meer op onszelf.

Het gaat dus niet om onze dankbaarheid, maar om het werk dat Christus voor ons heeft gedaan. We bewijzen God geen gunst als we ons leven aan Hem geven; we geven alleen terug wat we van God gestolen hebben. Berouwvol naar God teruggaan als een dief is de enige houding waarin we tot God kunnen naderen als we ons leven aan Hem geven. God heeft ons gekocht. Als we dat erkennen, hebben we de enig juiste basis voor onze toewijding gevonden.

 

maandag 7 februari 2011

Psalm 84:10-12 - Verlangen naar Gods tempel

HSV SV
O God, ons schild, zie en aanschouw het aangezicht van Uw gezalfde. Want één dag in Uw voorhoven is beter dan duizend elders; ik verkoos liever te staan op de drempel van het huis van mijn God dan lang te wonen in de tenten van de goddeloosheid. Want God, de HEERE, is een zon en een schild, de HEERE zal genade en eer geven, Hij zal het goede niet onthouden aan wie in oprechtheid zijn weg gaat. O God, ons Schild, zie, en aanschouw het aangezicht Uws gezalfden. Want één dag in Uw voorhoven is beter dan duizend elders; ik koos liever aan den dorpel in het huis mijns Gods te wezen, dan lang te wonen in de tenten der goddeloosheid. Want God, de HEERE, is een Zon en Schild; de HEERE zal genade en ere geven; Hij zal het goede niet onthouden dengenen, die in oprechtheid wandelen.
andere vertalingen

De dichter van deze psalm - mogelijk David - verlangt er naar om in het huis van God te zijn. De reis er naar toe heeft hij er graag voor over. Ook al kost dat veel moeite. Hij weet zich gesterkt door het verlangen naar Gods huis, de tempel. Daar woont God, daar is het goed. Onderweg sterkt God bovendien de reiziger; de reiziger/pelgrim/kerkganger kan Hem voor ogen houden; en het verlangen blijft (vers 7).

Het sterke verlangen van de dichter is terug te vinden in de hele psalm en te vergelijken met Psalm 63, die duidelijk op naam van David staat geschreven. Hart en lichaam van de dichter roepen het uit (zingen staat er in de Engelse vertaling) tot God. Hij verlangt er zo naar dat hij niet stil kan zijn.

De dichter prijst in Psalm 84:1-4 de mensen die in Gods voorhoven aanwezig zijn, in vers 5-9 prijst hij de mensen die onderweg zijn naar Sion, waar Jeruzalem met de tempel is. De Psalm doet hier denken aan Psalm 122, waar ook sprake is van mensen die op weg zijn naar het huis van God.

In de vechtverzen van deze week, vers 10-12, prijst de dichter God en de mensen die op God vertrouwen. Deze mensen acht hij zo gelukkig (welzalig/welgelukzalig), hij kent hun situatie. Hij is er deel van, al is hij nog onderweg. Welgelukzalig bent u ook als u zo naar uw gemeente toe gaat! En vers 13 zegt: Welgelukzalig bent u als u op God vertrouwt.
Wat een zaligheid! We kunnen net als de dichter stralen, zingen en blij zijn door God, onze Zon!