maandag 5 december 2011

1 Petrus 5:10 - Vlees en vrees

HSVSV
De God nu van alle genade, Die ons geroepen heeft tot Zijn eeuwige heerlijkheid in Christus Jezus, Hij Zelf moge u – na een korte tijd van lijden – toerusten, bevestigen, versterken en funderen. De God nu aller genade, Die ons geroepen heeft tot Zijn eeuwige heerlijkheid in Christus Jezus, nadat wij een weinig tijds zullen geleden hebben, Dezelve volmake, bevestige, versterke, en fondere ulieden.
andere vertalingen


In de eerste brief van Petrus die je in de Bijbel vindt, schrijft hij over lijden. Lijden vanwege het volgen van Jezus Christus. Ook het vechtvers van deze week gaat over het lijden vanwege Jezus' naam. Dat lijden kan bijvoorbeeld door discriminatie, gevangenschap, mishandeling, maar ook door duivelse aanvallen. Aanvallen in je omstandigheden of in je eigen gedachten. De duivel gaat rond als een brullende leeuw, op zoek naar wie hij zou kunnen verslinden vertelt Petrus in vers 8 van hoofdstuk 5.


Bonhoeffer schrijft in Verzoeking over lijden onder andere: "De duivel is in Gods orde ingebroken en heeft het lijden veroorzaakt [...]. Maar voor God erkent ook de christen zijn lijden als oordeel over de zonde van alle vlees, die ook in zijn vlees woont. Hij kent zijn zonde en belijdt zich schuldig."
Wonderlijk, maar misschien ook begrijpelijk als we ons leven vergelijken met de ontzagwekkende, heilige Eeuwige?


Bonhoeffer schrijft verder: Het gericht over het vlees, dat is de dood van de oude mens, is immers slechts de naar de wereld toegekeerde zijde van het leven van de nieuwe mens. Daarom zegt men nu: (1 Petrus 4:1) wie in het vlees geleden heeft, is opgehouden met de zonde. Dus moet alle lijden de christen in plaats van tot afval tot versterking van zijn geloof brengen. Terwijl het vlees het lijden schuwt en verwerpt, herkent de christen zijn lijden als het lijden van Christus in hem. Want ook onze krankheden heeft Hij gedragen en onze smarten heeft Hij op zich genomen."


Het bemoedigende is dat God mogelijk hier op aarde het lijden al voorbij laat gaat gaan, maar nog meer bemoedigend – en zelfs zeker – is, dat God na het lijden eeuwige heerlijkheid in Christus geeft.