zaterdag 31 juli 2010

Psalm 1:1-2 - Gezegend en welgelukzalig

SV HSV
Welgelukzalig is de man, die niet wandelt in den raad der goddelozen, noch staat op den weg der zondaren, noch zit in het gestoelte der spotters. Maar zijn lust is in des HEEREN wet, en hij overdenkt Zijn wet dag en nacht. Niet in online Herziene Statenvertaling
andere vertalingen

Gezegend, gelukkig, echt blij, welgelukzalig; dat is de persoon die een aantal dingen niet doet:
  • die persoon wandelt niet in de raad van de goddelozen
  • staat niet op de weg van de zondaren
  • en zit niet in het gestoelte van de spotters
Betekent dat dan dat Jezus Christus niet voor verlossing nodig is? Dat is een vraag met een duidelijk antwoord: dan zouden we het Nieuwe Testament niet meer nodig hebben en zelfs Christus als verlosser dus ontkennen. Dan zou ons geloof niet nodig zijn. Dan zou het voldoen aan de eisen in Gods geboden afdoende zijn. Maar dat is niet zoals God het wil.

Gelukkig dat wij de hierboven opgesomde zonden - en dus tekortkomingen - kunnen voorkomen door in de wijnstok Christus te blijven; meer hierover in Johannes 15.

Het woord welgelukzalig wordt ook vertaald op andere manieren. Het is op dezelfde manier vertaald in de Zaligsprekingen in MattheĆ¼s 5. In het Engels (KJV/ESV) is het op beide plaatsen vertaald met blessed.

De zondaren die tot God bekeerd zijn dus welgelukzalig, kennen daarmee ware vreugde en zijn dus echt gezegende mensen.