zaterdag 17 juli 2010

Mattheus 10:28 - Wel of niet vrezen

SV HSV
En vreest niet voor degenen die het lichaam doden, en de ziel niet kunnen doden; maar vreest veel meer Hem, Die beide ziel en lichaam kan verderven in de hel. En wees niet bevreesd voor hen die het lichaam doden en de ziel niet kunnen doden, maar wees veeleer bevreesd voor Hem Die zowel ziel als lichaam te gronde kan richten in de hel.
andere vertalingen

Jezus geeft in Matthéus 10 een boodschap door aan zijn 12 discipelen die nog steeds relevant is voor Zijn volgelingen vandaag: God zorgt voor de gelovige, we hoeven niet bang te zijn. Mocht er gevaar zijn, dan nog klinkt Jezus boodschap: wees niet bevreesd!

Het woord vreze komt meer dan honderd keer voor in de Bijbel. Vaak gaat het over de "vreze des HEEREN". Een bekende betekenis van vreze is: angst. Maar dat is niet de enige betekenis. God is zo groot en machtig dat ook ontzag en eerbied voor Hem in je opkomen als je daarover nadenkt. Dat ontzag en die eerbied zijn ook een invulling van het woord vreze. Voor meer uitleg, gebruik bijvoorbeeld Google om te zoeken op "vreze des Heeren".

Het vechtvers van deze week staan in een gedeelte waarin Jezus oproept om niet angstig te zijn, niet te vrezen. In de verzen 26-33 spreekt Hij verschillende keren over het niet angstig hoeven te zijn. Het laatste stuk van het vechtvers spreekt over vrezen voor Hem, die de ongelovigen om kan brengen in de hel. Daar kunnen mensen heel bang voor zijn; het is de reden waarom ze God vrezen, in angst dus.
Tegelijkertijd is in het vechtvers sprake van een vreze die bestaat uit ontzag en eerbied.

  • Ontzag, want God is zo machtig dat Hij mensen volledig om kan laten komen, zowel met ziel als met lichaam. Wat een machtig Koning, om te beschikken over leven en dood en iemands ziel en lichaam.
  • Eerbied omdat je er stil van kan worden hoe machtig God is. Hij heeft alles gemaakt, weet alles, kan alles. Niet te bevatten zo machtig. Eerbiedwaardig!