zaterdag 16 januari 2010

Romeinen 11:34-36 - Uit, door en tot Hem

SV
HSV
Want wie heeft den zin des Heeren gekend? Of wie is Zijn raadsman geweest? Of wie heeft Hem eerst gegeven, en het zal hem wedervergolden worden? Want uit Hem, en door Hem, en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen. Want wie heeft de gedachten van de Heere gekend? Of wie is Zijn raadsman geweest? Of wie heeft Hem eerst iets gegeven en het zal hem vergolden worden? Want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Amen.
andere vertalingen

Hoofdstuk 11 van de brief aan de Romeinen gaat over de toekomst van Israel en de plannen van God over de Joden en de heidenen. Het is bijzonder dat door de ongehoorzaamheid van de Joden het evangelie ook wordt gebracht bij de heidenen. De gelovige heiden zou door zijn levensstijl een ander weer kunnen winnen voor God. Het is een wens die Paulus doet (vers 14). Ongelovige Joden en ongelovige heidenen blijven welkom bij de Heere God. Wonderlijk!

Dat door ongehoorzaamheid het evangelie bij de heidenen is gekomen, is een besluit van God. Dat daardoor zowel Joden en heidenen barmhartigheid kunnen krijgen van God is een zeer bijzonder plan van God! Paulus verwondert zich en roemt de "diepte van rijkdom van Gods wijsheid en kennis". O diepte des rijkdoms, beide der wijsheid en der kennis Gods, hoe ondoorzoekelijk zijn Zijn oordelen, en onnaspeurlijk Zijn wegen! (Rom. 11:33).

Paulus verwondert zich over Gods wijsheid in het besturen van de bekering van mensen. De vechtverzen van deze week gaan daarover, maar ook over wat God toekomt: wie anders dan God alleen, verdient voor Zijn besluiten en uitvoering daarvan de eer en de heerlijkheid!