zaterdag 30 januari 2010

Psalm 56:4-5 - Vertrouwen op God

SV
HSV
Ten dage als ik zal vrezen, zal ik op U vertrouwen. In God zal ik Zijn woord prijzen; ik vertrouw op God, ik zal niet vrezen; wat zou mij vlees doen? niet beschikbaar in HSV
andere vertalingen

De dichter David schreef psalm 56 toen hij gevangen werd genomen door de Filistijnen. Hij klaagt in deze psalm over zijn lijden en roept God op om straf voor zijn vijanden. Maar ook in de misère waar David zich bevindt, prijst hij God en spreekt hij zijn vertrouwen in God uit. Zowel in de vechtverzen van deze week, vers 4 en 5, maar ook in vers 11 - 14 is dat terug te lezen:

In God zal ik het woord prijzen; in den HEERE zal ik het woord prijzen. Ik vertrouw op God, ik zal niet vrezen; wat zou mij de mens doen? O God, op mij zijn Uw geloften; ik zal U dankzeggingen vergelden. Want Gij hebt mijn ziel gered van den dood; ook niet mijn voeten van aanstoot, om voor Gods aangezicht te wandelen in het licht der levenden?

Een oud spreekwoord zegt: nood leert bidden en dat hoor je in deze Psalm en andere Psalmen in de Bijbel ook. Lijden is waarschijnlijk niet het fijnste wat u kent. En toch kan het iets opleveren. In zijn boek De navolging van Christus schreef Thomas a Kempis: "Moeite, tegenspoed, tegenspraak en kwalijke oordelen van een ander zijn goed voor ons. Tegenspoed bevordert meestal de echte nederigheid, en behoedt ons voor doelloze roem. Als wij door de mensen buiten veroordeeld worden en als men ons wantrouwt dan zoeken we juist meer naar Gods openbaring in ons. Daarom moest de mens zo vast aan God gehecht zijn, dat hij geen troost bij mensen hoeft te zoeken."

Voor wie moest David bang zijn en voor wie moet de ware gelovige bang zijn?
Dit is de oplossing: ik vertrouw op God, ik zal niet vrezen; wat zou een mens mij aandoen? (Psalm 56:5)